Vertalingen Wühlen DE>NL
wühlen
werkw.
1) mit den Händen, Pfoten o. Ä. heftig graben -
woelen , graven Der Hund wühlte in der Erde. - De hond wroette in het zand. |
2) viele Dinge suchend hin und her bewegen -
woelen Sie wühlte in ihrer Tasche nach dem Autoschlüssel. - Zij zocht in haar tas naar de autosleutel. |
3) deel van de uitdrukking: ein Loch (in etw.) wühlen (=ein Loch durch Wühlen entstehen lassen) - graven
|
4) deel van de uitdrukking: sich irgendwohin wühlen (=wühlend irgendwohin gelangen) - ploeteren
Wir wühlten uns durch den hohen Schnee. - Wij ploeterden door het dikke pak sneeuw.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
wühlen (ww.) | doorwroeten (ww.) ; graaien (ww.) ; grabbelen (ww.) ; snuffelen (ww.) ; woelen (ww.) ; wroeten (ww.) ; wroetend onderzoeken (ww.) ; wurmen (ww.) |
Wühlen | wroeten |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Wühlen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: grabenDE: herumstochernDE: scharren