Vertaal
Naar andere talen: • wiederum > ENwiederum > ESwiederum > FR
Vertalingen wiederum DE>NL

wiederum

bijwoord
Uitspraak:  [ˈviːdɐrʊm]

1) noch einmal - weer , opnieuw
Sie haben sich wiederum gestritten. - zij hebben opnieuw gevochten.

2) drückt einen Gegensatz aus - daarentegen
Ich wäre gern ans Meer gefahren, sie wiederum wollte lieber in die Berge. - Ik zou graag naar zee gaan maar zij daarentegen ging liever naar de bergen.

3) was jemanden / etw. betrifft - van mijn kant , wat mij betreft
Das hat mir Peter erzählt, der es wiederum von Klaus erfahren hat. - Dat heeft Peter mij verteld, die het weer van Klaus heeft gehoord.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wiederum alweer ; opnieuw ; weer ; wederom
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `wiederum`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abermals
DE: aufs neue
DE: erneut
DE: neu-
DE: noch einmal
DE: nochmal
DE: nochmals
DE: schon wieder
DE: wieder
DE: wieder-