Vertalingen weitergeben DE>NL
I weitergeben
werkw.
Uitspraak: | [ˈvaitɐgeːbən] |
jemandem etw. geben, das man selbst vorher bekommen hat -
doorgeven Gib doch bitte den Brotkorb weiter! - Geef toch alstublieft de broodmand door! Die Erreger werden beim Geschlechtsverkehr weitergegeben. - de verwekkers worden doorgegeven via geslachtsverkeer Er gab die Firmenleitung an seinen Sohn weiter. - Hij gaf de leiding over het bedrijf door aan zijn zoon. |
II die Weitergabe
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈvaitɐgaːbə] |
Verbuigingen: | Weitergabe |
deel van de uitdrukking: doorgeven die Weitergabe der Gene / von Informationen - het doorgeven van genen / van informatie |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
weitergeben (ww.) | delen (ww.) ; doorgeven (ww.) ; doorvertellen (ww.) ; verdelen (ww.) ; verder reiken (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `weitergeben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aushändigenDE: darreichenDE: gebenDE: herumgebenDE: herumreichenDE: hinhaltenDE: hinreichenDE: reichenDE: weiterreichenDE: übergeben