I weiter

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈvaitɐ]

1) so, dass sich die gesamte Menge erhöht - extra

Haben sie außer ihm noch weitere Kinder? - Hebt u buiten hem nog meer kinderen?

2) auf die Zukunft bezogen - verder

die weitere Entwicklung beobachten - de verdere ontwikkeling bestuderen

3) deel van de uitdrukking:

bis auf Weiteres (=vorläufig) - voorlopig Daran wird sich auch bis auf Weiteres nichts ändern. - Daaraan zal voorlopig niets veranderen.

4) deel van de uitdrukking:

ohne Weiteres (=einfach so) - gewoon zo Das glaube ich dir ohne Weiteres. - Dat geloof ik zo van jou.

II weiter

bijwoord
1) drückt aus, dass jemand mit einer Bewegung, Handlung (nicht) fortfahren soll - verder

Halt, keinen Schritt weiter! - Stop, geen stap verder! Schnell weiter! - Snel verder!

2) ohne aufzuhören, auch in Zukunft - verder

Wenn du weiter so fleißig übst, wirst du mal ein großer Star! - Als je zo verder gaat met oefenen wordt je nog eens een grote ster!

3) zusätzlich zum Genannten - verder

Hat er weiter nichts gesagt? - Heeft hij verder niets gezegd?

nichts weiter als ... (=nur) - alleen Das ist nichts weiter als ein Missverständnis. - Dat is niets anders dan een misverstand.

4) deel van de uitdrukking:

nicht weiter (=nicht sehr) - niet erg Es hat nicht geklappt, aber das ist nicht weiter schlimm. - Het is niet gelukt, maar dat is verder niet erg.

© K Dictionaries Ltd.

weiter

ruimer ; tevens ; verderop ; voorts ; wijder ; doorgaan ; verder ; verdergaan ; voort ; voortzetten

Bronnen: interglot; Wikipedia




DE: ausgedehnter
DE: ferner
DE: folgend
DE: nachfolgend
DE: nachstehend
DE: später
DE: untenerwähnt
DE: untenstehend

DE: weitere Meldungen NL: verdere, nieuwe berichten
DE: bis auf weiteres NL: tot nader order
DE: nach weiteren 2 Tagen NL: na nog eens 2 dagen
DE: ohne weiteres NL: zonder meer
DE: und so weiter NL: en zo verder, enzovoort(s)
DE: das Weitere NL: de rest