Vertalingen Weben DE>NL
weben
werkw.
Uitspraak: | [ˈveːbən] |
Verbuigingen: | webte / wob , gewebt / gewoben |
1) herstellen, indem man Fäden übereinanderlegt -
weven 2) aus dünnen Fäden eine Fläche spannen -
weven Die Spinne webt ein Netz. - De spin weeft een web. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
weben (ww.) | weven (ww.) |
Weben | weven |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `Weben`

Voorbeeldzinnen laden....