Vertaal
Naar andere talen: • vorher > ENvorher > ESvorher > FR
Vertalingen vorher DE>NL

vorher

bijwoord
Uitspraak:  [ˈfoːɐheːɐ]

vor einem Zeitpunkt - van tevoren
Das habe ich schon vorher gewusst. - Dat wist ik van tevoren al.
Ich komme gleich, ich muss nur vorher schnell aufs Klo. - Ik kom zo meteen, ik moet van tevoren snel naar de wc.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vorher eertijds ; te voren ; tevoren ; van tevoren ; vooraf ; voorheen ; voormaals ; vroeger ; op voorhand ; voordien
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `vorher`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bevor
DE: davor
DE: im voraus
DE: in vergangener Zeit
DE: vorab
DE: voraus
DE: vorweg
DE: zuvor