Vertalingen Vorfahr DE>NL
der Vorfahr
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈfoːɐfaːɐ] |
Verbuigingen: | Vorfahren , Vorfahren |
der Vorfahre
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈfoːɐfaːrə] |
Verbuigingen: | Vorfahren , Vorfahren |
Person, von der jemand abstammt -
voorouder Meine Vorfahren lebten in Amerika. - Mijn voorouders leefden in Amerika. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Vorfahr | hoofd van geslacht (znw.) ; de voorouder (m) ; de voorvader (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Vorfahr`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: Stammvater