Vertaal
Naar andere talen: • vermieten > ENvermieten > ESvermieten > FR
Vertalingen vermieten DE>NL

I vermieten

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈmiːtən]

jemandem gegen Miete überlassen - verhuren
Sie vermietet Zimmer an Studenten. - Zij verhuurd kamers aan studenten.


IIa der Vermieter

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈmiːtɐ]
Verbuigingen:  Vermieters , Vermieter

IIb die Vermieterin

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈmiːtərɪn]
Verbuigingen:  Vermieterin , Vermieterinnen

deel van de uitdrukking: verhuurder
Der Vermieter hat uns wegen Eigenbedarf die Wohnung gekündigt. - De verhuurder heeft onze overeenkomst beëindigd omdat hij zelf in het huis gaat wonen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vermieten (ww.) verhuren (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `vermieten`
Voorbeeldzinnen laden....