Vertalingen verheiratet DE>NL
verheiratet
bijv.naamw.
Uitspraak: | [fɛɐˈhairaːtət] |
mit Ehepartner -
getrouwd eine verheiratete Frau - een getrouwde vrouw Sie sind seit drei Jahren (miteinander) verheiratet. - Zij zijn sinds drie jaar (met elkaar) getrouwd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verheiratet | gehuwd ; getrouwd |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `verheiratet`

Voorbeeldzinnen laden....