Vertalingen untreu DE>NL
I untreu
bijv.naamw.
1) mit sexuellen Kontakten zu Personen außerhalb der eigentlichen Beziehung -
ontrouw Er wurde ihr untreu. - Hij werd ontrouw aan haar. |
2) deel van de uitdrukking: einer Sache / sich selbst untreu werden (=sich nicht mehr an das halten, was einem einmal wichtig war) - ontrouw worden
Er ist seinen Prinzipien untreu geworden. - Hij is van zijn principes afgestapt.
|
II die Untreue
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʊntrɔyə] |
Verbuigingen: | Untreue |
1) deel van de uitdrukking: ontrouw 2) der Missbrauch von Geld, das einem anvertraut wurde, für eigene Zwecke juridisch -
ontrouw Die Staatsanwaltschaft ermittelt gegen den Manager wegen des Verdachts der Untreue. - Het Openbaar Ministerie stelt een onderzoek in tegen de manager wegen het vermoeden van oneerlijkheid. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
untreu | afvallig ; ontrouw ; overspelig ; perfide ; trouweloos |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `untreu`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ehebrecherischDE: treulos