1. MWB
  2. Vertalen
  3. unpraktisch (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • unpraktisch > EN • unpraktisch > ES • unpraktisch > FR
Vertalingen unpraktisch DE>NL

unpraktisch

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈʊnpraktɪʃ]

1) für den Gebrauch nicht sehr geeignet - onpraktisch
Unpraktisch ist Kleidung, die man nicht waschen kann. - Kleding die men niet kan wassen is onpraktisch.

2) bei manuellen Tätigkeiten nicht sehr geschickt - onpraktisch
Viele meinen, Akademiker seien unpraktisch veranlagt. - Veel mensen denken dat academici onhandig aangelegd zijn.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
unpraktisch onbegonnen ; ondoenlijk ; onhaalbaar ; onpraktisch ; onrealiseerbaar ; onuitvoerbaar ; niet van pas komend ; ongelegen ; ongemakkelijk ; onhandig ; storend
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `unpraktisch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: unhandlich
DE: unrealisierbar
DE: unrealistisch