Vertalingen Töpfer DE>NL
Ia der Töpfer
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈtœpfɐ] |
| Verbuigingen: | Töpfers , Töpfer |
Ib die Töpferin
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈtœpfərɪn] |
| Verbuigingen: | Töpferin , Töpferinnen |
jd, der Waren aus Ton herstellt -
pottenbakker | Auf dem Markt verkaufen Töpfer ihre Waren. - De pottenbakkers verkopen op de markt hun handel. |
II töpfern
werkw.
aus Ton machen -
pottenbakken | eine selbst getöpferte Schüssel - een zelf gemaakte aardewerkschotel |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Töpfer | de keramist (m) ; de pottenbakker (m) ; de pottenbakster (v) |
Bronnen: interglot; WikipediaVoorbeeldzinnen met `Töpfer`

Voorbeeldzinnen laden....