Vertalingen raufen DE>NL
I raufen
werkw.
1) deel van de uitdrukking: (sich) (mit jdm) (um etw.) raufen (=als Streit oder zum Spaß ohne Waffen kämpfen) - stoeien
Hast du (dich) wieder mit deinem Bruder gerauft? - Heb je alweer met je broer gestoeid?
|
2) deel van de uitdrukking: sich die Haare raufen (=ratlos oder verzweifelt sein (und sich mit den Händen in die Haare greifen)) - zich de haren uit het hoofd trekken, zich de haren uit het hoofd rukken
|
II die Rauferei
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [raufəˈrai] |
Verbuigingen: | Rauferei , Raufereien |
deel van de uitdrukking: vechtpartij In der Pause gab es eine Rauferei. - In de pauze was er een vechtpartij. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
raufen (ww.) | rondhuppelen (ww.) ; stoeien (ww.) |
Bron: Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `raufen`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
raufen
NL: vechten