Vertalingen täglich DE>NL
I täglich
bijv.naamw.
jeden Tag stattfindend -
dagelijks die tägliche Körperpflege - de dagelijkse lichaamsverzorging |
II täglich
bijwoord
deel van de uitdrukking: dagelijks Man sollte täglich ein wenig Sport treiben. - Men zou dagelijks een beetje moeten sporten. Dieses Medikament nehmen Sie bitte dreimal täglich. - U moet dit medicijn driemaal per dag innemen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
täglich | daags ; dagelijks ; dagelijkse ; alledaags |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `täglich`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: alltags-DE: alltäglichUitdrukkingen en gezegdes
DE: tägliches Geld
NL: daggeld