Vertaal
Naar andere talen: • träumen > ENträumen > ESträumen > FR
Vertalingen träumen DE>NL

träumen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtrɔymən]

1) deel van de uitdrukking: dromen
Heute Nacht habe ich geträumt, dass wir im Lotto gewonnen haben. - Vannacht het ik gedroomd dat wij de lotto wonnen.
Das Kind hat wohl schlecht geträumt. - Het kind heeft zeker slecht gedroomd.
uitdrukking sich etw. nicht träumen lassen

2) deel van de uitdrukking: dromen
Er träumt von einer Karriere als Popstar. - Hij droomt van een carrière als popster.

3) in Gedanken versunken sein - dromen
in den Tag hinein träumen - de hele dag zitten dromen
Träum nicht, sondern fass mit an! - Zit niet te dromen maar kom helpen!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
träumen (ww.) dromen (ww.) ; mijmeren (ww.) ; niet oppassen (ww.) ; zitten suffen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `träumen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: einen Angsttraum haben
DE: einen Traum haben
DE: Gedanken nachhängen
DE: sinnieren
DE: Tagträumen nachhängen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: das habe ich mir nicht träumen lassen NL: daar heb ik zelfs in mijn droom niet aan gedacht