1. MWB
  2. Vertalen
  3. Abschrecken (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Abschrecken > EN • Abschrecken > ES • Abschrecken > FR
Vertalingen Abschrecken DE>NL

I abschrecken

werkw.
Uitspraak:  [ˈapʃrɛkən]

1) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemanden (von etw.) abschrecken

2) zum Kühlen in kaltes Wasser tauchen - om te koelen in koud water onderdompelen
Die Eier lassen sich so schlecht schälen; hast du vergessen, sie abzuschrecken? - De eieren zijn zo slecht te pellen; heb je ze vergeten te laten schrikken?


II abschreckend

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈapschrɛkənt]

deel van de uitdrukking: afschrikwekkend


III die Abschreckung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈapʃrɛkʊŋ]
Verbuigingen:  Abschreckung

deel van de uitdrukking: afschrikking
eine harte Strafe zur Abschreckung von Nachahmern - een zware straf om na-apers af te schrikken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abschrecken (ww.) bang maken (ww.) ; moedeloos maken (ww.) ; verschrikken (ww.)
das abschreckenhet afschrikken ; het verjagen ; het wegjagen
Abschrecken afschrikken ; dompelhardening ; harden ; ontlaatproces ; voorspannen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Abschrecken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: entmutigen
DE: verjagen
DE: verschrecken
DE: wegjagen