Vertalingen Truppe DE>NL
die Truppe
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈtrʊpə] |
Verbuigingen: | Truppe , Truppen |
1) aktive oder kämpfende militärische Einheit defensie -
eenheid Wer sich unerlaubt von der Truppe entfernt, gilt als fahnenflüchtig. - Wie zonder toestemming de eenheid verlaat is een deserteur. Der Feind hat seine Truppen abgezogen. - De vijand heeft zijn eenheden teruggetrokken. |
von der schnellen Truppe sein (=etw. sehr schnell erledigen) - iets razendsnel afhandelen
|
2) Gruppe, die ihren Beruf gemeinsam ausübt -
groep © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Truppe | de bemanning (v) ; de bende ; de brigade (v) ; de drom (m) ; de groep ; de hoop (m) ; de horde ; de massa ; de menigte (m) ; de schare ; de troep |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Truppe`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BandeDE: BemannungDE: BrigadeDE: GruppeDE: HaufenDE: HordeDE: MannschaftDE: MengeDE: MeuteDE: ScharUitdrukkingen en gezegdes
DE: die
Truppen
NL: de troepen