tragisch - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen tragisch DE>NL

I tragisch

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈtraːg ɪ ʃ]

mit großem Leid verbunden, ein schweres Schicksal darstellend - tragisch

Sie kam bei einem tragischen Unfall ums Leben. - Zij kwam bij een ongeval tragisch om het leven.
etw. ist halb so / nicht (so) tragisch (=etw. ist nicht schlimm) - het is niet zo erg
etw. tragisch nehmen (=sich (zu) viele Sorgen wegen etw. machen) - zich zorgen maken Nimm das Ganze nicht so tragisch, das wird schon wieder. - Maak je niet zo zorgen, dat komt wel weer.

bijwoord

deel van de uitdrukking: tragisch

Die Geschichte endet tragisch. - De gebeurtenis eindigt tragisch.

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈtraːg ɪk]
Verbuigingen:	Tragik

deel van de uitdrukking: tragiek

die besondere Tragik des Unfalls - de bijzondere tragiek van het ongeval

Overige bronnen

tragisch

aangrijpend ; emotioneel ; hartroerend ; hartveroverend ; ontroerend ; roerend ; tragisch

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `tragisch`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: betrüblich
DE: bewegend
DE: ergreifend
DE: herzergreifend
DE: traurig