Vertaal
Vertalingen transportieren DE>NL

transportieren

werkw.
Uitspraak:  [transpɔrˈtiːrən]

Gegenstände, Tiere oder Personen irgendwohin bringen - transporteren
Waren mit der Bahn transportieren - goederen met het spoor transporteren
Die Verletzten wurden mit dem Hubschrauber ins Krankenhaus transportiert. - De gewonden werden met de helikopter naar het ziekenhuis getransporteerd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
transportieren (ww.) communiceren (ww.) ; iets transporteren (ww.) ; overbrengen (ww.) ; transporteren (ww.) ; vervoeren (ww.) ; voeren (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `transportieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: befördern
DE: bringen
DE: kommunizieren