1. MWB
  2. Vertalen
  3. Stutzen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Stutzen > EN • Stutzen > ES • Stutzen > FR
Zie ook: stützen

Vertalingen Stutzen DE>NL

stutzen

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃtʊʦən]

1) eine kleine Pause machen, weil man überrascht ist, einem etw. auffällt - stoppen
Als sie seine Nachricht las, stutzte sie einen Augenblick. - Toen zij zijn bericht las, stopte ze even.

2) kürzer schneiden - knippen
einem Vogel die Flügel stutzen - de vleugels knippen van een vogel

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
stutzen (ww.) versteld staan (ww.) ; verrast opkijken (ww.) ; stoppen (ww.) ; opzien (ww.) ; opkijken (ww.) ; kort maken (ww.) ; kort knippen (ww.) ; halt houden (ww.) ; even stoppen (ww.) ; achterdochtig worden (ww.)
der Stutzenhet korten ; het snoeien ; de pijp (v) ; de buis (v) ; aansluitstuk (znw.)
Stutzen aanpasstuk ; terugsnoeien ; stronk ; stobbe ; snoei ; korten ; knotten ; keelstuk ; inkorten ; haakse stomp ; bergkous
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Stutzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anhalten
DE: aufsehen
DE: beschneiden
DE: Einhalt gebieten
DE: einige Zeit stoppen
DE: einstellen
DE: emporblicken
DE: erstumt stehen
DE: gucken
DE: hinaufsehen