1. MWB
  2. Vertalen
  3. stumm (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • stumm > EN • stumm > ES • stumm > FR
Vertalingen stumm DE>NL

I stumm

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ʃtʊm]

1) nicht fähig zu sprechen medisch - stom

2) ohne zu sprechen - stom
Sie blieb den ganzen Abend stumm. - Zij sprak de hele avond geen woord.
Stummfilm - stomme film


II stumm

bijwoord

deel van de uitdrukking: stom
stumm nicken - zwijgend knikken
Wir sahen uns nur stumm an. - Wij keken elkaar zwijgend aan.
Sie ließ alles stumm über sich ergehen. - Zij onderging alles zwijgend.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
stumm nietszeggend ; stom
Bronnen: Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `stumm`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: sprachlos
DE: stumm wie ein Fisch
DE: taubstumm

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: stumme Person NL: figurant