1. MWB
  2. Vertalen
  3. Stichtag (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Stichtag > EN • Stichtag > ES • Stichtag > FR
Vertalingen Stichtag DE>NL

der Stichtag

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈʃtɪçtaːk]
Verbuigingen:  Stichtag(e)s , Stichtage

bestimmter Tag, der als Termin für eine Regelung oder statistische Daten festgelegt wird - peildatum
Mit dem Stichtag 1. Januar sollen die Tarife um zehn Prozent gesenkt werden. - Op peildatum 1 januari moeten de tarieven met tien procent worden verlaagd.
Am Stichtag waren 3.285 Mitglieder registriert. - Op de sluitingsdag waren er 3.285 leden geregistreerd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Stichtagde deadline ; de peildatum (m) ; uiterste datum (znw.)
Stichtag aangiftedatum ; afsluitdatum ; cut-off date ; datum van van kracht worden ; fiscale datum ; peildatum ; peildatum ... ; per ... ; rescontredag ; vervaldatum
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Stichtag`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Frist
DE: Kündigungsfrist
DE: Kündigungstermin
DE: Termin
DE: Tilgungsfrist
DE: Zahlungsfrist
DE: Zahlungstermin
DE: zeitliches Limit
DE: Zeitlimit