Vertaal
Naar andere talen: • soeben > ENsoeben > ESsoeben > FR
Vertalingen soeben DE>NL

soeben

bijwoord
Uitspraak:  [zoeːbən]

1) in diesem Moment - net
Ich bin soeben dabei, dein Hemd zu bügeln. - Ik ga net je hemd strijken.

2) vor Kurzem - net
Er hat soeben erfahren, dass er versetzt wird. - Hij heeft net gehoord dat hij wordt overgeplaatst.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
soeben juist ; zoëven ; zojuist ; zonet ; straks (bijwoord) ; zo-even (bijwoord)
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `soeben`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: eben
DE: eben noch
DE: Gerade
DE: gerade eben
DE: geradeeben
DE: in der letzten Zeit
DE: in letzter Zeit
DE: kürzlich
DE: letztens
DE: neulich