Vertalingen Schüssel DE>NL
die Schüssel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʃʏsəl] |
Verbuigingen: | Schüssel , Schüsseln |
meist rundes Gefäß, in dem man Speisen serviert -
schaal den Salat in einer Schüssel anrichten - de salade bereiden in een schaal Suppenschüssel - soepterrine |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Schüssel | de handkar ; de vat (m) ; terrine (znw.) ; de taloor (v) ; het schaaltje ; de schaal ; de ovenschaal ; de kom ; de kar ; het fust ; de etensbak (m) ; de emmer (m) ; het bord ; de barrel (m) ; de bak (m) |
das Schüssel | de schotel |
Schüssel | kogel |
Bronnen: interglot; Horecagids; Wikipedia; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Schüssel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: SchaleDE: TellerDE: Untertasse