Vertaal
Naar andere talen: • schäbig > ENschäbig > ESschäbig > FR
Vertalingen schäbig DE>NL

I schäbig

bijv.naamw.
Uitspraak:  ʃɛːbɪç]

1) alt und abgenutzt, in schlechtem Zustand - sjofel , armzalig

2) kleinlich oder geizig - laag , gemeen , onredelijk
Es war schäbig von ihm, ihr diesen Fehler vorzuwerfen. - Het was gemeen van hem om haar deze fout te verwijten.


II schäbig

bijwoord

deel van de uitdrukking: gierig
sich schäbig benehmen - zich gierig gedragen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schäbig sjofeltjes ; onvolgroeid ; onwaar ; ordinair ; plat ; ploertig ; schamel ; schunnig ; sjofel ; onecht ; tweederangs ; vals ; verachtelijk ; verlopen ; vulgair ; vunzig ; zwak ; ondermaats ; niet hoog ; minderwaardig ; mager ; laag-bij-de-grond ; karig ; hokkerig ; haveloos ; dor ; berooid ; bedriegelijk ; banaal ; armzalig ; arm ; min ; slonzig
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `schäbig`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abgeklappert
DE: abgenutzt
DE: abgetragen
DE: filzig
DE: geizig
DE: gemein
DE: infam
DE: knauserig
DE: knickrig
DE: niederträchtig