Vertalingen Schuster DE>NL
der Schuster
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈʃuːstɐ] |
| Verbuigingen: | Schusters , Schuster |
die Schusterin
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈʃuːstərɪn] |
| Verbuigingen: | Schusterin , Schusterinnen |
jd, der beruflich Schuhe herstellt und repariert -
schoenmaker  Schuster, bleib bei deinem Leisten!
(=Man soll nur das tun, was man gelernt hat und gut beherrscht.) - schoenmaker blijf bij je leest!
|
| auf Schusters Rappen
(=zu Fuß) - te voet
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Schuster | de klungel ; de klungelaar (m) ; de kruk ; de schoenlapper (m) ; de schoenlappers ; de schoenmaakster (v) ; de schoenmaker (m) ; de schoenmakers ; de stoethaspel (m) ; de stumper (m) |
| Schuster | schoenhersteller ; schoenlapper ; zeelt |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Schuster`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: PfuscherDE: SchuhmacherUitdrukkingen en gezegdes
DE: auf
Schusters Rappen
NL: te voet
