Vertalingen Schuft DE>NL
der Schuft
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʃʊft] |
Verbuigingen: | Schuft(e)s , Schufte |
gemeiner Mensch -
schoft , schurk © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Schuft | de oetlul (m) ; de vlegel (m) ; stuk ongeluk (znw.) ; de sodemieter (m) ; de smeerlap (m) ; de slons (v) ; de sloddervos (m) ; slodderkous (znw.) ; slodder (znw.) ; de schurk (m) ; de schoft (m) ; de schoelje (m) ; de schobbejak (m) ; de rekel (m) ; de proleet (m) ; de boef (m) ; het mispunt ; de lul (m) ; de lomperd (m) ; het kreng ; de klootzak (m) ; de klier ; de kinkel (m) ; de hufter (m) ; de hork (m) ; de hond (m) ; de gemenerik (m) ; de fielt (m) ; de ellendeling (m) ; de eikel (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Schuft`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AasDE: BauerDE: BengelDE: DreckskerlDE: elende KerlDE: elender KerlDE: FittichDE: FlegelDE: FrevlerDE: Galgengesicht