Vertalingen schneien DE>NL
schneien
werkw.
deel van de uitdrukking: es schneit (=Schnee fällt vom Himmel) - sneeuwen
Es fing zu schneien an. - Het begon te sneeuwen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schneien (ww.) | binnenvallen (ww.) ; haven binnenvaren (ww.) ; onverwachts langskomen (ww.) ; sneeuwen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `schneien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: einbrechenDE: einfallenDE: einholenDE: einwandernDE: einziehenDE: gießenDE: Hafen einlaufenDE: hagelnDE: hereinschneienDE: hereinziehenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einem ins Haus
schneien
NL: bij iemand onverwachts binnenvallen