Vertaal
Naar andere talen: • schlittern > ENschlittern > ESschlittern > FR
Vertalingen schlittern DE>NL
schlittern (ww.) blunderen (ww.) ; deinen (ww.) ; floepen (ww.) ; glibberen (ww.) ; glijden (ww.) ; glippen (ww.) ; golven (ww.) ; roetsjen (ww.) ; slippen (ww.) ; uitglijden (ww.) ; wegglippen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `schlittern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ausgleiten
DE: ausrutschen
DE: baumeln
DE: flattern
DE: gleiten
DE: glitschen
DE: herumfliegen
DE: pendeln
DE: rutschen
DE: schaukeln