I der Respekt

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[reˈspɛkt]
Verbuigingen:	Respekt(e)s

1) Einstellung, die eine große Leistung o. Ä. würdigt - respect

Ich habe großen Respekt vor jedem, der sich das traut. - Ik heb veel respect voor iedereen die dat durft. Respekt, tolle Leistung! - Respect, goede prestatie!

2) Scheu davor, jemanden zu verärgern, sich in eine Gefahr zu begeben - respect

Als Lehrer muss man sich bei den Schülern Respekt verschaffen können. - Als leraar moet men bij de leerlingen respect afdwingen. Ich habe doch etwas Respekt davor, es selbst zu versuchen. - Ik heb toch wat zelfrespect om het zelf te proberen.

II respektieren

werkw.

Uitspraak:

[respɛkˈtiːrən]

deel van de uitdrukking: respecteren

jds Entscheidung respektieren - iemands beslissing respecteren

© K Dictionaries Ltd.

der Respekt

het aanbidden ; de achting (v) ; de eerbied (m) ; het eerbiedigen ; de eerbiediging (v) ; de hoogachting (v) ; het ontzag ; het respect ; de verering (v) ; de verheerlijking (v) ; het verheffen ; de waardering (v)

Bron: interglot




DE: Achtung
DE: Anerkenntnis
DE: Anerkennung
DE: Ansehen
DE: Bewunderung
DE: Ehre
DE: Ehrerbietung
DE: Ehrfurcht
DE: Gehorsam
DE: Reverenz

DE: mit Respekt zu sagen NL: met permissie, excuseer de uitdrukking
DE: er wußte sich in Respekt zu setzen NL: hij wist respect af te dwingen