relativ - Vertaling Duits-Nederlands

Naar andere talen: • relativ > EN • relativ > ES • relativ > FR

Vertalingen relativ DE>NL

I relativ

bijv.naamw.

Uitspraak:

[relaˈtiːf]

1) gemessen an dem, was normalerweise zu erwarten ist - relatief

Hier befinden wir uns in relativer Sicherheit. - Hier zijn we in relatieve veiligheid.

2) in Abhängigkeit von anderen Größen, Mengen - relatief

3) sich auf etwas beziehend ^taalkunde - relatief

Relativpronomen - betrekkelijk voornaamwoord
Relativsatz - betrekkelijke bijzin

bijwoord

deel van de uitdrukking: behoorlijk

Ich finde das eigentlich relativ billig. - Ik vind dat eigenlijk behoorlijk goedkoop.

Overige bronnen

relativ

behoorlijk ; betrekkelijk ; nogal ; redelijk ; relatief ; tamelijk ; vergelijkend

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `relativ`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: angemessen
DE: erheblich
DE: ganz
DE: im Verhältnis
DE: vergleichend
DE: verhältnismäßig
DE: ziemlich