Vertalingen rechtzeitig DE>NL
I rechtzeitig
bijv.naamw.
zum richtigen Zeitpunkt, bevor es zu spät ist -
op tijd , tijdig II rechtzeitig
bijwoord
deel van de uitdrukking: op tijd rechtzeitig fertig werden - op tijd klaar zijn nicht mehr rechtzeitig bremsen können - niet meer op tijd kunnen remmen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
rechtzeitig | bijtijds ; op tijd ; stipt ; tijdig |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `rechtzeitig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: beizeitenDE: frühDE: frühzeitigDE: zeitig