der Preis

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[prais]
Verbuigingen:	Preises , Preise

1) Geldbetrag, der für etw. bezahlt werden muss - prijs

Die Preise für Internetzugänge sind gesunken. - De prijs voor internetgebruik is gedaald. Preiserhöhung - prijsverhoging Fahrpreis - ritprijs Er hat für seine Unabhängigkeit einen hohen Preis bezahlt. - Hij heeft voor zijn onafhankelijkheid een hoge prijs betaald.

um jeden Preis (=unbedingt) - tegen elke prijs

um keinen Preis (=keinesfalls) - voor geen prijs

2) Belohnung im Wettbewerb oder für Leistungen - prijs

den ersten Preis bekommen - de eerste prijs krijgen Preisverleihung - prijsuitreiking

© K Dictionaries Ltd.

der Preis	het eerbewijs ; gewonnen prijs (znw.) ; de prijs (m)
Preis	prijs ; vergoeding per eenheid

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




DE: Ehrerbietung erweisen
DE: Gebühr
DE: Gewinn
DE: Hauptgewinn
DE: Kosten
DE: Nobelpreis
DE: Satz
DE: Tarif
DE: Trostpreis

DE: um jeden Preis NL: tot iedere prijs
DE: um keinen Preis NL: tot geen prijs, in geen geval
DE: fest im Preise NL: prijshoudend
DE: empfohlener Preis NL: adviesprijs