Vertaal
Naar andere talen: • prügeln > ENprügeln > ESprügeln > FR
Vertalingen prügeln DE>NL

prügeln

werkw.
Uitspraak:  [ˈpryːgəln]

1) mehrmals heftig schlagen - (af)ranselen
jemanden krankenhausreif prügeln - iemand het ziekenhuis in slaan

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich mit jemandem prügeln

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich um etw. prügeln

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
prügeln (ww.) knuppelen (ww.) ; ranselen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `prügeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: besiegen
DE: dreschen
DE: einen Stoß geben
DE: geißeln
DE: hauen
DE: peitschen
DE: schlagen
DE: stoßen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich prügeln NL: vechten