Vertalingen prügeln DE>NL
prügeln
werkw.
1) mehrmals heftig schlagen -
(af)ranselen jemanden krankenhausreif prügeln - iemand het ziekenhuis in slaan |
2) deel van de uitdrukking: sich mit jemandem prügeln (=mit Schlägen kämpfen) - vechten met iemand
Die Demonstranten prügelten sich mit der Polizei. - De demonstranten gingen met de politie het gevecht aan.
|
3) deel van de uitdrukking: sich um etw. prügeln (=etw. mit allen Mitteln zu bekommen versuchen) - vechten om iets
Die Leute prügelten sich um die Eintrittskarten. - De mensen vochten om entreekaartjes.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
prügeln (ww.) | knuppelen (ww.) ; ranselen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `prügeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: besiegenDE: dreschenDE: einen Stoß gebenDE: geißelnDE: hauenDE: peitschenDE: schlagenDE: stoßenUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
prügeln
NL: vechten