Vertaal
Naar andere talen: • Prägen > ENPrägen > ESPrägen > FR
Vertalingen Prägen DE>NL

prägen

werkw.
Uitspraak:  [ˈprɛgən]

1) als typisches Merkmal bestimmen, wie etw. ist - vorm geven
Zahlreiche Kirchtürme prägen das Stadtbild. - De vele kerktorens vormen het stadsbeeld.

2) beeinflussen, formen - vormen
Diese Kindheitserfahrungen haben mich geprägt. - De ervaringen uit mijn kindertijd hebben mij gevormd.

3) Schrift oder Bilder dauerhaft in festes Material drücken - slaan
Seine Initialen waren in den Sattel geprägt. - Zijn initialen waren in het zadel geslagen.

4) erfinden, neu bilden - vormen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
prägen (ww.) afstempelen (ww.) ; munten (ww.) ; stempel opdrukken (ww.) ; stempelen (ww.)
prägen blinddrukken ; blinddrukken reliëfdrukken ; foliedrukken en pregen ; munten ; munten slaan ; persen ; preeg ; preging ; stempelen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Prägen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bezeichnen
DE: charakterisieren
DE: kennzeichnen
DE: unterscheiden