Vertalingen plärren DE>NL
plärren (ww.) | gillen (ww.) ; huilen (ww.) ; janken (ww.) ; krijsen (ww.) ; mopperen (ww.) ; schreeuwen (ww.) ; snikken (ww.) ; wenen (ww.) ; zagen (ww.) ; zeuren (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `plärren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BrüllenDE: GebrüllDE: GeheulDE: GeplärrDE: GeschreiDE: GetöseDE: HeulenDE: MuhenDE: TobenDE: Tosen