1. MWB
  2. Vertalen
  3. pfänden (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • pfänden > EN • pfänden > ES • pfänden > FR
Vertalingen pfänden DE>NL

pfänden

werkw.
Uitspraak:  [ˈpfɛndən]

1) beschlagnahmen, um damit Schulden zu bezahlen - beslag leggen op
das Gehalt eines Schuldners pfänden - beslag leggen op het salaris van een schuldenaar

2) bei jemandem Dinge beschlagnahmen - beslag leggen op
jemanden pfänden lassen - iets bij iemand beslag laten leggen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pfänden (ww.) panden (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `pfänden`
Voorbeeldzinnen laden....