Vertaal
Naar andere talen: • parallel > ENparallel > ESparallel > FR
Vertalingen parallel DE>NL

I parallel

bijv.naamw.
Uitspraak:  [paraˈleːl]

1) nebeneinander verlaufend - parallel

2) gleichzeitig - parallel


II parallel

bijwoord

1) deel van de uitdrukking: parallel
Die Straße verläuft parallel zum Strand. - De weg loopt parallel aan het strand.

2) deel van de uitdrukking: gelijktijdig
zwei Fußballspiele parallel ansehen - twee voetbalwedstrijden gelijktijdig bekijken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
parallel evenwijdig ; gelijklopend ; parallel ; parallel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `parallel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: gleichlaufend
DE: synchron