Vertalingen parallel DE>NL
I parallel
bijv.naamw.
1) nebeneinander verlaufend -
parallel 2) gleichzeitig -
parallel II parallel
bijwoord
1) deel van de uitdrukking: parallel Die Straße verläuft parallel zum Strand. - De weg loopt parallel aan het strand. |
2) deel van de uitdrukking: gelijktijdig zwei Fußballspiele parallel ansehen - twee voetbalwedstrijden gelijktijdig bekijken |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
parallel | evenwijdig ; gelijklopend ; parallel ; parallel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `parallel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: gleichlaufendDE: synchron