Vertaal
Naar andere talen: • kreisen > ENkreisen > ESkreisen > FR
Vertalingen kreisen DE>NL

kreisen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkraizən]

sich im Kreis bewegen - cirkelen
Ein Adler kreiste am Himmel. - Een adelaar cirkelde in de lucht.
Seine Gedanken kreisten nur noch um diese eine Sache. - Zijn gedachten gaan alleen nog naar deze ene zaak.
uitdrukking etw. kreisen lassen
uitdrukking mit etw. kreisen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kreisen (ww.) circuleren (ww.) ; cirkelen (ww.) ; rouleren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kreisen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: inUmlaufsein
DE: umlaufen
DE: zirkulieren