Vertalingen Panik DE>NL
die Panik
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈpaːnɪk] |
Verbuigingen: | Panik , Paniken |
große Angst, die bewirkt, dass man nicht vernünftig handeln kann psychologie -
paniek Ich geriet in Panik. - Ik raakte in paniek. Unter den Gästen brach eine Panik aus. - Onder de gasten brak paniek uit. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Panik | de paniek (v) |
Panik | paniek |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Panik`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AngstDE: KopflosigkeitDE: RatlosigkeitDE: Schrecken