Vertalingen orientieren DE>NL
I orientieren
werkw.
| Uitspraak: | [orjɛnˈtiːrən] |
1) sich in einer Umgebung zurechtfinden -
oriënteren | sich mit einer Karte / nach dem Sonnenstand orientieren - zich oriënteren met behulp van een kaart / de stand van de zon |
2) deel van de uitdrukking: oriënteren | sich an Vorbildern orientieren - zich richten op voorbeelden |
3) deel van de uitdrukking: jemanden / sich (über etw.) orientieren (=jemanden / sich informieren) - zich informeren
Ich war über die Einzelheiten nicht orientiert. - Ik ben niet geïnformeerd over de afzonderlijke details.
|
II die Orientierung
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [orjɛnˈtiːrʊŋ] |
| Verbuigingen: | Orientierung , Orientierungen |
1) deel van de uitdrukking: oriëntatie | die Orientierung verlieren - de oriëntatie kwijt raken |
2) deel van de uitdrukking: oriëntatie | Orientierungsveranstaltung - informatieve manifestatie |
3) deel van de uitdrukking: voorkeur | jds politische / sexuelle Orientierung - iemands politieke / seksuele voorkeur |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| orientieren (ww.) | oriënteren (ww.) ; rondzien (ww.) ; zich oriënteren (ww.) |
| orientieren | positioneren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `orientieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: sich zurechtfindenDE: umsehen