1. MWB
  2. Vertalen
  3. närrisch (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • närrisch > EN • närrisch > ES • närrisch > FR
Vertalingen närrisch DE>NL
närrisch achterlijk ; mal ; mesjogge ; stupide ; dom ; dwaas ; onverstandig ; zot
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `närrisch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aberwitzig
DE: absurd
DE: albern
DE: blödsinnig
DE: idiotisch
DE: lachhaft
DE: lächerlich
DE: sinnwidrig
DE: töricht
DE: ungereimt

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: närrisch sein auf etwas NL: dol zijn op iets
DE: närrisches Zeug NL: gekkenpraat