1. MWB
  2. Vertalen
  3. lächerlich (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • lächerlich > EN • lächerlich > ES • lächerlich > FR
Vertalingen lächerlich DE>NL

lächerlich

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈlɛçɐlɪç]

1) so, dass man jemanden / etw. nicht ernst nehmen kann - belachelijk
In dem Kostüm kam ich mir lächerlich vor. - In het pak liep ik er belachelijk bij.
Mach dich nicht lächerlich! - Maak je toch niet belachelijk!
uitdrukking etw. ins Lächerliche ziehen

2) sehr klein, gering - belachelijk
Er hat mir lächerliche fünf Euro dafür gegeben. - Belachelijk, hij heeft mij daar €5,00 voor gegeven.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
lächerlich (bnw.) belachelijk (bnw.)
lächerlich absurd ; achterlijk ; bespottelijk ; lullig ; mal ; mesjogge ; ridicuul ; stupide ; lachwekkend
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `lächerlich`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aberwitzig
DE: absurd
DE: albern
DE: blödsinnig
DE: grotesk
DE: idiotisch
DE: kindisch
DE: närrisch
DE: ridikül
DE: sinnwidrig

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: mir ist nicht lächerlich zumute NL: ik kan er niet om lachen