Vertalingen Markieren DE>NL
markieren
werkw.
1) etw. kennzeichnen, hervorheben -
markeren Wichtiges im Text farbig markieren - Belangrijke dingen in de tekst markeren. Der Wolf markierte sein Revier. - De wolf markeert zijn territorium. ein Ereignis, das einen Wendepunkt der Geschichte markiert - een resultaat dat een keerpunt in de geschiedenis markeert |
2) vortäuschen -
voorspiegelen Jetzt markier nicht den starken Mann! - Stel je nu maar niet voor als de sterke man! Der markiert (die Schmerzen) doch nur! - Je simuleert (de pijn) toch maar! |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
markieren (ww.) | aangeven (ww.) ; aankruisen (ww.) ; branden (ww.) ; brandmerken (ww.) ; inbranden (ww.) ; karakteriseren (ww.) ; kenmerken (ww.) ; kenschetsen (ww.) ; markeren (ww.) ; merken (ww.) ; typeren (ww.) ; van stigma's voorzien (ww.) |
Markieren | aftekenen ; merken ; selecteren |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Markieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: akzentuierenDE: ankreuzenDE: beschreibenDE: betonenDE: brandmarkenDE: charakterisierenDE: den Akzent legen aufDE: den Nachdruck legen aufDE: einbrennenDE: herausstreichen