Vertaal
Naar andere talen: • Markieren > ENMarkieren > ESMarkieren > FR
Vertalingen Markieren DE>NL

markieren

werkw.
Uitspraak:  [marˈkiːrən]

1) etw. kennzeichnen, hervorheben - markeren
Wichtiges im Text farbig markieren - Belangrijke dingen in de tekst markeren.
Der Wolf markierte sein Revier. - De wolf markeert zijn territorium.
ein Ereignis, das einen Wendepunkt der Geschichte markiert - een resultaat dat een keerpunt in de geschiedenis markeert

2) vortäuschen - voorspiegelen
Jetzt markier nicht den starken Mann! - Stel je nu maar niet voor als de sterke man!
Der markiert (die Schmerzen) doch nur! - Je simuleert (de pijn) toch maar!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
markieren (ww.) aangeven (ww.) ; aankruisen (ww.) ; branden (ww.) ; brandmerken (ww.) ; inbranden (ww.) ; karakteriseren (ww.) ; kenmerken (ww.) ; kenschetsen (ww.) ; markeren (ww.) ; merken (ww.) ; typeren (ww.) ; van stigma's voorzien (ww.)
Markieren aftekenen ; merken ; selecteren
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Markieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: akzentuieren
DE: ankreuzen
DE: beschreiben
DE: betonen
DE: brandmarken
DE: charakterisieren
DE: den Akzent legen auf
DE: den Nachdruck legen auf
DE: einbrennen
DE: herausstreichen