Vertalingen Lehnen DE>NL
lehnen
werkw.
1) deel van de uitdrukking: etw. / sich irgendwohin lehnen (=etw. / sich in schräger oder gebeugter Haltung von etw. stützen lassen) - leunen
den Kopf an jds Schulter lehnen - met het hoofd tegen een schouder leunen
|
2) deel van de uitdrukking: irgendwo lehnen (=in schräger Lage eine Stütze an etw. finden) - ergens tegenaan leunen
Er lehnte mit dem Rücken an der Wand. - Hij leunde met zijn rug tegen de muur.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Lehnen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anlehnen