Vertalingen Ladung DE>NL
die Ladung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈlaːdʊŋ] |
Verbuigingen: | Ladung , Ladungen |
1) Ware oder Last, die tranportiert wird -
lading eine Ladung Äpfel mit dem Lkw transportieren - een lading appels met de vrachtwagen vervoeren |
2) größere Menge -
lading Als der Eimer umfiel, bekam ich eine Ladung Wasser ab. - Toen de emmer omviel kreeg ik een lading water over me heen. |
3) Elektrizitätsmenge auf einem Körper elektriciteit -
lading Teilchen mit positiver / negativer Ladung - deeltjes met een positieve / negatieve lading |
4) bestimmte Menge -
lading ein Haus mit mehreren Ladungen Dynamit sprengen - een huis met meerdere dynamietladingen opblazen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Ladung | het vrachtgoed ; de vracht ; de last (m) ; de lading (v) ; de karrenvracht ; elektrische lading (znw.) ; de dagvaarding (v) ; de cargo (m) ; de bevrachting (v) ; de belading (v) |
Ladung | weging ; batch ; vrachtloon ; vracht ; portie ; last ; lading ; laadvermogen ; in het geding geroepen ; exploot van dagvaarding ; dagvaarding ; belading |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Ladung`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BefrachtungDE: BeladungDE: elektrische LadungDE: FrachtDE: FrachtgutDE: FuhreDE: GutDE: LastDE: SchubUitdrukkingen en gezegdes
DE: eine geballte
Ladung
NL: een bundel handgranaten