Vertalingen konjugieren DE>NL
konjugieren (ww.) | declineren (ww.) ; verbuigen (ww.) ; vervoegen (ww.) |
konjugieren | conjugeren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `konjugieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abwandelnDE: beugenDE: deklinierenDE: flektierenDE: verbeugen