Keim - Vertaling Duits-Nederlands

Naar andere talen: • Keim > EN • Keim > ES • Keim > FR

Vertalingen Keim DE>NL

der Keim

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ka im]
Verbuigingen:	Keim(e)s , Keime

1) deel van de uitdrukking: ^medisch ziektekiem

Keime abtöten - ziektekiemen onschadelijk maken
keimfrei - kiemvrij

2) das, was aus einem Samen wächst ^plantkunde - kiem

Die ersten Keime kommen schon aus dem Boden. - De eerste kiemen groeien al uit de grond.

3) befruchtete Eizelle ^biologie - embryo

die Einnistung des Keims in der Gebärmutter - de innesteling van het embryo in de baarmoeder

4) erstes Anzeichen - kiem

ein Keim der Hoffnung - de bron van hoop
etw. im Keim ersticken (=etw. schon bei seiner Entstehung unterdrücken) - iets in de kiem smoren

Overige bronnen

der Keim	het fundament ; het zaad ; het uitgangspunt ; spruit (znw.) ; het principe ; de kiem (m) ; de hoeksteen (m) ; de grondstelling (v) ; de grondslag (m) ; de grondregel (m) ; het grondbegrip ; het grondbeginsel ; het beginsel ; het basisbeginsel ; basis (znw.)
Keim	(med.) ziektekiem ; ziektekiem ; zaadkiem ; spruit ; kristalkiem ; kiem ; kern ; embryo

Bronnen: interglot; Horecagids; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org

Voorbeeldzinnen met `Keim`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Ausgangspunkt
DE: Ei
DE: Eizelle
DE: Geschlechtszelle
DE: Grundbegriff
DE: Keimzelle
DE: Samen