Vertaal
Naar andere talen: • ineinander > ENineinander > ESineinander > FR
Vertalingen ineinander DE>NL

I ineinander

bijwoord
Uitspraak:  [ɪn|aiˈnandɐ]

eine Person / Sache in der anderen oder die andere - in elkaar
Sie sind ineinander verliebt. - Zij zijn op elkaar verliefd.
Die Bereiche gehen ineinander über. - De sectoren lopen in elkaar over.


II ineinander-

prefix

deel van de uitdrukking: in elkaar
Die Zahnräder greifen ineinander. - De tandwielen grijpen in elkaar.
Mehrere Schachteln steckten ineinander. - Diverse dozen staken in elkaar.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ineinander in elkaar ; ineen
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `ineinander`
Voorbeeldzinnen laden....