1. MWB
  2. Vertalen
  3. Höhepunkt (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Höhepunkt > EN • Höhepunkt > ES • Höhepunkt > FR
Vertalingen Höhepunkt DE>NL

der Höhepunkt

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈhøːəpʊŋkt]
Verbuigingen:  Höhepunkt(e)s , Höhepunkte

1) wichtigster / intensivster / bester Teil innerhalb eines Ablaufs - hoogtepunt
Die Krise erreichte ihren Höhepunkt. - De crisis bereikte zijn hoogtepunt.
Ihr Auftritt war einer der Höhepunkte des Abends. - Haar optreden was een van de hoogtepunten van de avond.

2) Orgasmus medisch - hoogtepunt
zum Höhepunkt gelangen - een orgasme hebben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Höhepunktde climax (m) ; de culminatie (v) ; hoogste ladder (znw.) ; het hoogtepunt ; het orgasme ; de piek ; top (znw.) ; het toppunt ; het zenit
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Höhepunkt`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Gipfel
DE: Klima
DE: Scheitelpunkt
DE: Spitze
DE: Zenit